Ongewenste zwangerschap bij een minderjarige

Het betrof op het moment van de raadpleging een zwangerschap van 26 weken, dus buiten de toegelaten termijn voor een zwangerschapsonderbreking, zelfs in Engeland of in Nederland waar de grens hoger ligt (20 weken).

De jonge vrouw en haar moeder zijn op de hoogte van de situatie en worden opgevangen door het psychologisch en pedopsychiatrisch team van het ziekenhuis. Een anonieme bevalling in Frankrijk wordt overwogen.

Het Ethisch comité heeft het algemeen principe van anoniem bevallen besproken, waarvoor het niet bevoegd is, maar wenste de discussie uit te breiden. De quasi unanieme meningen van de aanwezigen wezen op een terughoudendheid tegenover het principe van de bevalling “moeder onbekend”, die iedere filiatie onomkeerbaar breekt en het toekomstig kind (of adolescent of volwassene) belet om later de draad met zijn biologisch verleden terug op te pakken. De aangehaalde argumenten zijn zowel van psychologische als ethische aard. Ze zijn van mening dat anoniem bevallen een cultuur van onverantwoordelijkheid, een cultuur van directheid bevordert en de plaats van derden afschermt, in het bijzonder deze van de uitgesloten of niet erkende biologische vader, alsmede de rest van de familie.

De volgende opmerkingen worden geformuleerd

  • Men moet zich ervan verzekeren dat ieder ander alternatief word voorgesteld;
  • Men moet duidelijk stellen dat de beslissing van anoniem bevallen tot op de dag van de bevalling zelf kan worden ingetrokken.

De jonge moeder heeft tenslotte afgezien van een anonieme bevalling. Beide ouders werden voor de bevalling op de hoogte gebracht en het kind werd opgevangen door de familie.

Op juridisch vlak herinneren wij eraan dat

  • Een arts niet verplicht is om een vermoeden van verkrachting bekend te maken en dat in tegenstelling tot een ambtenaar, zoals een officier van burgerlijke stand, bijvoorbeeld, die een geboorteaangifte bij een minderjarige registreert.
  • Dat de door de politie opgeroepen arts zijn medewerking mag weigeren wanneer hij van oordeel is gebonden te zijn aan het medisch geheim.
  • Dat een seksuele relatie met een minderjarige onder de 14 jaar gelijkgesteld worden aan verkrachting (men spreekt hier van « technische verkrachting », zelfs als er geen geweld was).
  • Dat een seksuele relatie tussen 14 en 16 jaar gelijk staat aan aanranding van de eerbaarheid.
  • Dat de seksuele meerderjarigheid heden 16 jaar is.
  • Dat de wettelijke leeftijd om over zijn lichaam te beschikken 14 jaar is.
  • Dat er heden geen wettelijk verschil meer bestaat tussen een heteroseksuele en een homoseksuele relatie.

De discussie stelt enkele elementen op de voorgrond

  • Het belang van de oorspronkelijk onvermoede bezorgdheid voor de andere in de familie en in het team.
  • Ze bevestigt de waarde van de wet en de normen (hier verpersoonlijkt door de sociale dienst en de diensten voor jeugdzorg) voor het oplossen van ethische en psychologisch moeilijke problemen.
  • Overschatting, in deze klinische situatie, van het belang van de culturele verschillen.
  • Er was een aanzienlijke mobilisering van talrijke actoren met het door het team uitgedrukt gevoel dat er veel « genavigeerd » werd voor een tot op heden niet zo slecht resultaat.
  • De opvang is evenwel verre van afgelopen.
  • De discretie en het respect van het beroepsgeheim blijven voor iedereen, artsen, paramedici en sociaal werkers, van primordiaal belang. Deze herinnering is noodzakelijk omwille van de neiging tot geruchten en commentaren die onvermijdelijk teweeg worden gebracht door het spectaculaire karakter van dat type van probleem.